Koken

Als je toch bezig bent met dit koude kunstje, vaak ligt er meer in je vriesvak dan je denkt. IJsjes die van de zomer niet opgegaan zijn, een restje afhaal wat niet opgegaan is maar wat je toch echt nog wel een keertje op zou gaan eten, of die kipfilets die toen in de aanbieding waren. Voordat je alles buiten in de vrieskou zet kun je meteen even checken of je alles wel weer terug gaat leggen. Want ook bevroren blijven etenswaren niet eindeloos goed. Brood en gebak blijven bijvoorbeeld maar een maandje goed in de vriezer. Groente en fruit wel een jaar. Vlees zo’n negen maanden, vis iets korter, een half jaartje. IJsjes een jaar, soep een maand of drie. Ga je kliekjes invriezen, let dan op dat je het in kleine porties invriest. Dan bevriest het sneller en vormt er minder snel ijs is de vriezer. Het is ook aan te raden om het voor het invriezen eerst af te laten koelen én slim om er een datum op te zetten. Dan kun je het nog drie maanden bewaren.

 

Om ervoor te zorgen dat je vriezer niet binnen de kortste keren weer vol met ijsvorming zit is het belangrijk dat je de vriezer goed dicht houdt. Laat de deur zo kort mogelijk open en laat hem niet op een kiertje staan. Kijk nog even na of de deurrubbers goed sluiten. De temperatuur voor je vriezer moet elk geval -18 graden Celsius zijn. -17 is echt te ‘warm’ maar kouder dan -18 mag wel.